
Arteoptic La 2% Pi Pharma Oogdruppels 3 X 3ml Pip
Niet op voorraad
Neem contact op met ons via telefoon of e-mail, dan bekijken we samen de mogelijkheden.
Onze Leveringsmethodes:
Afhaling in de apotheek
Levering aan huis of op je werk
Dit is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder medisch advies, bewaren buiten bereik van kinderen, lees aandachtig de bijsluiter. Vraag raad aan uw arts of apotheker. In geval van bijverschijnselen, neem contact met uw huisarts.
Geneesmiddelen zijn geen gewone producten. Ze kunnen nooit teruggenomen of geruild worden. De wet verbiedt apothekers om ongebruikte geneesmiddelen terug te nemen. In het belang van uw veiligheid worden alle geneesmiddelen die u terugbrengt naar de apotheek gesorteerd bij de vervallen geneesmiddelen.
Als apothekers bieden we ook farmaceutische zorg. Na aankoop van een geneesmiddel of medisch hulpmiddel kun je ook contact met ons opnemen als je vragen hebt. Aarzel niet om contact met ons op te nemen via mail of telefoon.
Lees meer over Indicatie , Samenstelling , Interacties , Bijwerkingen , Contra indicatie , Gebruik , Gegevens en Bijsluiter .
- Intraoculaire hypertensie.
- Chronisch openkamerhoekglaucoom.
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is carteololhydrochloride. 1 ml bevat 20 mg carteololhydrochloride.
De andere stoffen in dit middel zijn: oplossing van benzalkoniumchloride (bewaarmiddel), alginezuur (E 400), mononatriumfosfaat dihydraat (E 339), dinatriumfosfaat dodecahydraat (E 339), natriumchloride, natriumhydroxyde (voor pH-aanpassing), gezuiverd water.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Vertel dat dan uw arts of apotheker. Hij of zij zal u, indien nodig, specifiek opvolgen.
Arteoptic LA kan andere geneesmiddelen beïnvloeden of beïnvloed worden door andere geneesmiddelen die u gebruikt, ook andere oogdruppels voor de behandeling van glaucoom.
Indien u andere geneesmiddelen gebruikt, die via het oog worden toegediend, moet u:
-
het andere geneesmiddel in het oog aanbrengen,
-
15 minuten wachten,
-
Arteoptic LA het laatst aanbrengen.
Voor de behandeling van bepaalde soorten glaucoom (zoals gesloten-hoek glaucoom), kan uw arts u pupilvernauwende oogdruppels voorschrijven.
Wanneer u Arteoptic LA tegelijk met oogdruppels op basis van adrenaline/epinefrine gebruikt, is oogheelkundig toezicht noodzakelijk (vanwege de kans op verwijding van uw pupil).
Indien u gelijktijdig een bètablokker gebruikt via de mond, is het vaak nodig de dosering van Arteoptic LA aan te passen. Hoewel de hoeveelheid bètablokker die in het bloed terecht komt na toediening in het oog, gering is, moet u toch waakzaam zijn voor de vastgestelde interacties met bètablokkers die via de mond toegediend worden:
o Het gebruik van amiodarone (gebruikt bij de behandeling van hartritmestoornissen), van bepaalde calciumantagonisten (gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk, zoals diltiazem, fingolimod, ozanimod en verapamil) of andere bètablokkers (gebruikt bij de behandeling van hartfalen) wordt niet aanbevolen.
o Alle bètablokkers kunnen bepaalde symptomen van hypoglycemie maskeren: hartkloppingen en tachycardie.
o Een verhoging van de bloedwaarden van lidocaïne (intraveneus toegediend) kan voorkomen, en dat verhoogt het risico op bijwerkingen aan het hart en het zenuwstelsel.
Wanneer u meer dan één topisch oogheelkundig geneesmiddel gebruikt, moeten de toedieningen ten minste 15 minuten van elkaar verwijderd worden. Oogzalven dienen als laatste te worden toegediend.
- Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Gewoonlijk kan u de druppels verder gebruiken tenzij de bijwerkingen te ernstig zijn. Indien u zich zorgen maakt, spreek er over met uw arts of apotheker. Stop uw behandeling met Arteoptic LA niet zonder met uw arts te spreken.
Zoals elk ander geneesmiddel dat in het oog toegediend wordt (lokaal toegediende oogmedicatie), wordt Arteoptic LA opgenomen in het bloed. Dit kan dezelfde bijwerkingen veroorzaken als bij systemische bètablokkers. De frequentie van de bijwerkingen na lokaal gebruik in de ogen is lager dan bv. wanneer toegediend via de mond of geïnjecteerd. De opgesomde bijwerkingen bevatten ook de reacties van andere oogheelkundige bètablokkers.
De volgende bijwerkingen treden vaak op (bij 1 tot 10 van de 100 patiënten):
-
Tekenen en verschijnselen van oogirritatie (bv. branderig gevoel), pijn aan het oog (bv. prikkend gevoel), jeuk, tranen, roodheid van het oog, roodheid van het bindvlies, conjunctivitis, irritatie of gevoel dat er iets in het oog zit (keratitis)
-
Verstoorde smaak (dysgeusie).
De volgende bijwerkingen treden soms op (bij 1 tot 10 van de 1000 patiënten):
-
Duizeligheid
-
Spierzwakte of pijn niet veroorzaakt door inspanning (myalgie), spierkrampen.
De volgende bijwerkingen treden zelden op (bij 1 tot 10 van de 10.000 patiënten):
- Positieve resultaten op antinucleaire antilichamen.
In zeer zeldzame gevallen hebben sommige patiënten met ernstige schade aan de heldere laag op de voorzijde van het oog (het hoornvlies) ondoorzichtige vlekken op het hoornvlies ontwikkeld, door een accumulatie van calcium tijdens de behandeling.
De frequentie van volgende bijwerkingen is onbekend (kan niet worden vastgesteld op basis van de bekende gegevens):
-
allergische reacties inclusief plotse zwelling van aangezicht, lippen, mond, tong of keel wat kan leiden tot moeilijkheden bij het slikken of ademhalen, netelroos, lokale en algemene uitslag, jeuk, plotse levensbedreigende allergische reactie.
-
daling van de bloedsuikerspiegel.
-
slapeloosheid, depressie, nachtmerries, libido verminderd.
-
flauwvallen, cerebrovasculair accident, verminderde bloedtoevoer naar bepaalde delen van de hersenen, toename van de tekens en symptomen van myasthenia gravis (spieraandoening), tintelingen of gevoelloosheid van handen en voeten, prikkelingen, hoofdpijn, geheugenverlies.
-
gezwollen ooglid (blefaritis) , troebel zicht, gezichtsstoornissen na oogchirurgie (het loslaten van de choroidea na filtratiechirurgie), verminderde gevoeligheid van het hoornvlies, droge ogen, schade aan het hoornvlies (erosie van de cornea), omlaag hangen van het bovenste of onderste ooglid, dubbel zicht, verandering in refractie (soms ten gevolge van het stoppen van een behandeling met miotische druppels).
-
trage hartslag, hartkloppingen, hartritmestoornissen, hartaandoening met ademhalingsnood en zwelling van de voeten en benen door vochtophoping (congestief hartfalen), atrioventriculaire blok, hartinfarct, hartfalen.
-
lage bloeddruk, fenomeen van Raynaud, koude handen en voeten, pijn/krampen in de benen bij het wandelen (claudicatio).
-
bronchospasmen (piepende of bemoeilijkte ademhaling, voornamelijk bij patiënten met een reeds bestaande bronchospastische aandoening), moeilijke ademhaling (dyspneu), hoest.
-
misselijkheid, maagpijn, diarree, droge mond, buikpijn, braken.
-
haaruitval (alopecie), zilverkleurige uitslag (psoriasisachtige uitslag) of verergering van de psoriasis, uitslag.
-
systemische lupus erythematosus.
-
seksuele stoornis, impotentie.
-
ongewone spierzwakte of pijn niet veroorzaakt door inspanning (asthenie) of vermoeidheid, pijn in de borst, vochtophoping (oedeem).
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter,
-
als u nu lijdt of in het verleden heeft geleden aan luchtwegaandoeningen als astma, ernstige chronisch obstructieve ziekte van de luchtwegen of longen (ernstige longziekte die piepende ademhaling, moeilijk ademhalen en/of langdurende hoest kan veroorzaken),
-
als u een trage hartslag, hartfalen of hartritmestoornissen (onregelmatige hartslag) heeft,
-
als u lijdt aan bradycardie (hartslag trager dan normaal, dit wil zeggen < 45-50 slagen per minuut),
-
als u lijdt aan een onbehandeld feochromocytoom (overmatige productie van een hormoon dat ernstig verhoogde bloeddruk veroorzaakt).
Volwassenen
- Starten met de laagste dosering (Arteoptic LA 1%).
- 1 druppel 1 x per dag 's morgens in het aangetaste oog.
- Controle werkzaamheid:
-
- bij het begin van de therapie, en
- vervolgens regelmatig na een behandelingsperiode van 4 weken.
Vervanging van een vorige behandeling
- Anti-glaucoomoogdruppels:
- De behandeling met de initiële oogdruppels na een volledige behandelingsdag stopzetten.
- De volgende morgen kunnen de carteolol oogdruppels LA toegediend worden.
- Slechts één enkel anti-glaucoommiddel per keer stopzetten.
- Miotische oogdruppels:
-
- Controle van de refractie kan noodzakelijk blijken wanneer de effecten van de miotica uitgewerkt zijn.
Toedieningswijze
- Oculair gebruik:
- het onderste ooglid lichtjes naar beneden trekken,
- een druppel aanbrengen terwijl men naar boven kijkt,
- het oog vervolgens enkele seconden sluiten, en
- de overtollige oplossing verwijderen terwijl men het oog gesloten houdt.
- Toediening van bijkomende oogdruppels:
-
- minstens 15 min. vóór de toediening van dit geneesmiddel.
- Vermindering systemische absorptie (en verhoging lokale werking) door:
-
- ofwel nasolacrimale occlusie toe te passen,
- ofwel het ooglid gedurende 2 minuten te sluiten.
- Zie patiëntenfolder "Oogdruppels en -zalven" op www.apb.be of via de farmaceutische zorg op http://www.delphicare.be
CNK | 3383544 |
---|---|
Organisaties | Pi Pharma |
Merken | Pi Pharma |
Breedte | 68 mm |
Lengte | 89 mm |
Diepte | 35 mm |
Hoeveelheid verpakking | 3 |
Actieve ingrediënten | carteolol hydrochloride |
Behoud | Kamertemperatuur (15°C - 25°C) |