Quinapril EG 40Mg Tabl 98X40Mg

Quinapril EG bevat het werkzame bestanddeel quinapril. Quinapril EG behoort tot een geneesmiddelencategorie bekend onder de naam antihypertensiva. Antihypertensiva zijn geneesmiddelen die gebruikt worden voor de behandeling van hoge bloeddruk.

Quinapril EG is een bloeddrukverlagend middel, een zogenaamde angiotensineconversie-enzymremmer (ACE-remmer). ACE-remmers verlagen de bloeddruk door een stof genaamd angiotensine, die de bloedvaten vernauwt, te blokkeren. Doordat het angiotensine geblokkeerd wordt, kunnen de bloedvaten ontspannen, waardoor de bloeddruk daalt.

• Essentiële hypertensi
• Congestief hartfale

De werkzame stof in dit middel is:

• quinapril

Elke 40 mg-filmomhulde tablet bevat 40 mg quinapril (als quinaprilhydrochloride).

De andere stoffen in de tabletkern zijn:

• Zwaar magnesiumcarbonaat
• Watervrij calciumwaterstoffosfaat
• Gepregelatiniseerd zetmeel
• Natriumcroscarmellose
• Magnesiumstearaat

De andere stoffen in het filmomhulsel zijn:

• Hypromellose
• Hydroxypropylcellulose
• Titaniumdioxide (E171)
• Macrogol 400
• Rood ijzeroxide (E172)

• Andere geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen (antihypertensiva): Deze geneesmiddelen kunnen het effect van Quinapril EG op de bloeddruk versterken.

• Anesthetica (verdovingsmiddelen): vóór een operatie moet u de chirurg vertellen dat u behandeld wordt met Quinapril EG.

• Lithium (een geneesmiddel voor de behandeling van een specifieke vorm van ernstige depressie): de hoeveelheid lithium in het bloed kan toenemen en dient daarom regelmatig gecontroleerd te worden.

• Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (geneesmiddelen tegen reuma), waaronder COX- 2-remmers: NSAID's kunnen de diuretische effecten van Quinapril EG afzwakken. Bij sommige patiënten (ouderen, patiënten met hypovolemie of patiënten bij wie de nieren niet goed werken) kan toegestaan zijn dat het gelijktijdig gebruik van een ACE-remmer en een NSAID tot een verminderde nierfunctie leidt.

• Bloedsuikerverlagende middelen: Het effect van deze middelen kan verhoogd zijn en hypoglykemie veroorzaken. Tijdens de eerste maand van de behandeling en bij patiënten met een verminderde nierfunctie moeten de bloedsuikerwaarden gecontroleerd worden.

• Antacida (geneesmiddelen voor brandend maagzuur): Antacida verminderen het effect van Quinapril EG.

• Alcohol, barbituraten (anesthetica, breng uw arts op de hoogte als u een operatie moet ondergaan) en narcotica (sterke pijnstillers of slaapmiddelen): Deze middelen kunnen het effect van Quinapril EG op de bloeddruk versterken.

• Allopurinol (voor de behandeling van chronische jicht), cytostatica (voor de behandeling van kanker), immunosuppressiva (voor de behandeling van auto-immuunziekten), corticosteroïden

• Goud: Nitritoïde reacties (de symptomen zijn onder meer roodheid van het gezicht, misselijkheid, braken en lage bloeddruk) zijn in zeldzame gevallen gemeld bij patiënten die met injecteerbaar goud werden behandeld.

• Sympathicomimetica (geneesmiddelen die het sympathisch zenuwstelsel stimuleren): ze kunnen het bloeddrukverlagend effect van quinapril afzwakken.

1. Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

Licht uw arts onmiddellijk in als u een plotse zwelling van bijvoorbeeld uw keel, lippen, tong of gezicht (angio-oedeem) opmerkt (soms, kan tot 1 op 100 personen treffen) De kans dat deze bijwerking optreedt, is hoger bij patiënten van het zwarte ras dan bij andere patiënten.

De volgende bijwerkingen kunnen optreden wanneer u Quinapril EG inneemt.

Vaak (kan tot 1 op 10 mensen treffen):  duizeligheid (een ijl gevoel in het hoofd)  lage bloeddruk (hypotensie)  hoesten  misselijkheid (nausea)  braken  dunne stoelgang (diarree)  hoofdpijn  vermoeidheid  te veel kalium in het bloed (hyperkaliëmie)  slaapstoornissen (slapeloosheid)  abnormale gewaarwordingen (paresthesie)  kortademigheid (dyspneu)  spijsverteringsproblemen (dyspepsie)  buikpijn (abdominale pijn)  rugpijn  spierpijn (myalgie)  zwakte (asthenie)  pijn op de borst  ontsteking van de neus (rhinitis)  ontsteking van de keel (faryngitis)  stijging van de creatinine- en urinezuurconcentratie (afvalstoffen), vooral wanneer Quinapril EG samen met diuretica gebruikt wordt  verlaagde natriumconcentraties in het bloed (hyponatriëmie)

Soms (kan tot 1 op 100 mensen treffen):  zenuwachtigheid  neerslachtigheid (depressie)  verwardheid

 slaperigheid  'miniberoerte' (tijdelijke ischemische aanval)  verminderd gezichtsvermogen (amblyopie)  oorsuizingen (tinnitus)  draaierig gevoel of gevoel dat de omgeving ronddraait (vertigo)  abnormale hartslag (hartkloppingen)  hartkramp (angina pectoris)  snelle hartslag (tachycardie)  hartstilstand (asystolie)  hartaanval (myocardinfarct)  verwijding van de aders of slagaders (vasodilatatie)  droge keel  droge mond  winderigheid (flatulentie)  huiduitslag (exantheem)  jeuk  overmatig zweten  impotentie (erectiestoornissen)  verminderde nierfunctie  aanwezigheid van of teveel aan serumeiwitten in de urine (proteïnurie)  zwelling (gegeneraliseerd of perifeer oedeem)  koorts  ontsteking van de slijmvliezen van de bronchiën (bronchitis)  infectie van de bovenste luchtwegen  infectie van de urinewegen  ontsteking van de sinussen (sinusitis)  gewrichtspijn (artralgie)

Zelden (kan tot 1 op 1.000 mensen treffen):

 neuropathie (abnormale zenuwfunctie, die symptomen veroorzaakt als pijn, gevoelloosheid en abnormale gewaarwordingen)

 evenwichtsstoornis  tijdelijk bewustzijnsverlies als gevolg van bloedtekort in de hersenen (syncope)  verergering van astma  eosinofiele pneumonie (aanwezigheid van witte bloedcellen in de longen)  veranderde smaak  verstopping  ontsteking van de tong (glossitis)  stoornissen in de leverfunctie  huidaandoening als gevolg van een allergische reactie of infectie (erythema multiforme)  pemphigus (een huidziekte met vorming van blaren en zweren)  huiduitslag met hevige jeuk en vorming van netelroos (urticaria)  afname van de hoeveelheid natrium in het bloed

Zeer zelden (kan tot 1 op 10.000 mensen treffen):

 zwelling van de darmwand (angio-oedeem van de dunne darm)  darmobstructie (ileus)  wazig zicht (gezichtsstoornissen)  psoriasisachtige huiduitslag (rode, schilferige plekken op de huid)

Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):  extreem laag aantal witte bloedcellen (neutropenie/agranulocytose)  laag aantal bloedplaatjes (trombocytopenie)  afname van het aantal rode bloedcellen waardoor een gele verkleuring van de huid en zwakte of ademnood kunnen optreden (hemolytische anemie)  ernstige allergische (anafylactoïde) reactie op dit geneesmiddel  ernstige huiduitslag waaronder netelroos, ernstige jeuk, blaarvorming, vervelling en zwelling van de huid, ontsteking van de slijmvliezen (stevens-johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse)  schilferende huidreactie (exfoliatieve dermatitis)  haaruitval (alopecia)  overgevoeligheid voor zonlicht (fotosensitiviteit)  huidaandoeningen kunnen gepaard gaan met koorts, ontsteking van de slijmvliezen, ontsteking van de bloedvaten, spierpijn, pijnlijke gewrichten, die eveneens de bloedtestresultaten kunnen beïnvloeden  beroerte (cerebrovasculair accident). Dat kan het gevolg zijn van een zeer lage bloeddruk bij risicopatiënten.  flauwte, vooral wanneer men rechtop gaat staan (orthostatische hypotensie)  vernauwing van de luchtwegen in de longen (bronchospasmen). In individuele gevallen: belemmering de bovenste luchtwegen door angio-oedeem (mogelijk met fatale afloop).  ontsteking van de alvleesklier met symptomen zoals ernstige pijn in de bovenbuik die uitstraalt naar de rug, misselijkheid en braken  ontsteking van de lever (hepatitis)  gele verkleuring van de huid of ogen (geelzucht)  lichte daling van de hoeveelheid hemoglobine (een bloedeiwit)  lichte afname van het aantal rode bloedcellen (verlaagde hematocrietwaarde)  toename van de leverenzymen  toename van bilirubine in het bloed  donkere urine, misselijkheid (nausea), braken, spierkrampen, verwarring en aanvallen van epilepsie

Wanneer mag u Quinapril EG niet innemen? ▪ U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. ▪ U bent allergisch voor een andere ACE-remmer. ▪ U werd vroeger behandeld met een geneesmiddel van dezelfde groep geneesmiddelen als Quinapril EG (ACE-remmers) en heeft een allergische reactie gehad, die leidde tot zwelling van het gezicht, de lippen, de tong en de keel waardoor u moeilijkheden kreeg om te slikken of te ademen (angioneurotisch oedeem).

▪ U lijdt aan erfelijk angio-oedeem of angio-oedeem waarvan de oorzaak niet bekend is. ▪ U bent meer dan 3 maanden zwanger (Het is ook beter Quinapril EG te vermijden in het begin van de zwangerschap – zie rubriek "Zwangerschap en borstvoeding"). ▪ U heeft een belemmering in het hart die de bloedstroom in het hart vertraagt (uitstroomobstructie van de linkerhartkamer). ▪ U heeft diabetes (suikerziekte) of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend geneesmiddel dat aliskiren bevat. ▪ Als u sacubitril/valsartan, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van een type langdurig (chronisch) hartfalen bij volwassenen, gebruikt of heeft gebruikt, omdat het risico op angio-oedeem (een snelle onderhuidse zwelling, op een plek zoals de keel) dan verhoogd is.

Hypertensie

• Startdosis: 2,5 - max. 10 mg, 1 x /dag
• Onderhoudsdosis: 20 - max. 80 mg /dag, in 1 - 2 innamen

Hartdecompensatie

• Startdosis: 2,5 - 5 mg, 1 x /dag, onder medisch toezicht
• Onderhoudsdosis: 10 - 20 mg /dag, in 1 - 2 innamen
• Max. dosis: 40 mg /dag, in 1 - 2 innamen

Toedieningswijze

• Met of zonder voedsel, maar met een glas water